De zomervakantie zou anders verlopen dan we hadden durven denken……
2 juli; We varen we uit met bewolkte luchten en NW 6. In de sluis, waar het verdacht rustig is op zondag, trek ik vast een rif. En denk vast na over hoe we zo rustig mogelijk kunnen varen. Onder de Friese kust blijven lijkt mij de beste optie.
Als we de sluis uit zijn zetten we het grootzeil en trekken de fok bij. De boot pakt meteen snel op en we jagen over het water richting hoek Vrouwenzand. Als we Mirns voorbij zijn beginnen de golven zich op te bouwen en we hakken hoog aan de wind voort. De golven worden hoger de 6 Bft wordt steviger en ik overleg met Jeannet of we niet beter wat af kunnen vallen en Enkhuizen binnenlopen, i.p.v. door hakken naar Stavoren zoals ons initiële plan was. Jeannet is het helemaal met me eens en het gehak zat, dus verleggen we koers naar Enkhuizen.
In Enkhuizen eten we weer eens kibbeling met friet bij onze bekende visboer en lopen nog een rondje door Enkhuizen.
3 juli; We zetten onze koers richting Makkum, nog steeds dreigende wolken en een dikke 6 Bft, maar nu zuid-oost. We besluiten alleen op de fok te varen en zo ruime wind met de golven op de kont, richting Noord te varen. De golven zijn vervelend en hoog en als we voor de kust tussen Workum en Makkum varen trekt de wind aan tot 35 knopen. We zijn blij dat we alleen de fok hebben staan en halen evengoed nog snelheden boven de 7 knopen.
In Makkum meren we af in Marina Makkum en eten in de pizzeria naast de marina. We gaan vroeg naar bed want de volgende ochtend moeten we vroeg op om met dood tij richting Harlingen en dan met stroom mee naar Vlieland te zeilen.
4 juli; Om 6:30 uur varen we uit richting Kornwerderzand en via de marifoon geeft de sluiswachter aan dat we meteen de grote sluis in kunnen varen. We moeten echter wel een 1/2 uur wachten omdat er nog meer schepen hebben gevraagd of ze mee konden en dat vond de sluiswachter prima. Ons voordeel verdampt dus ter plekke. Ook de brug draait niet zo vlot en al met al verliezen we meer dan een uur. He dooie tij kunnen we dus op onze buik schrijven en zullen tegen de stroom in moeten zeilen.
Er staat niet veel wind, maar het weer is prachtig, en we hebben de motor bijstaan omdat we op de Boontjes af en toe niet bezeilde koersen hebben te sturen.
Als we jachtenbetonning aan stuurboord hebben bereikt, na de Pollendam, kunnen we weer een beetje zeilen, al moeten we wel kruisend over de Blauwe slenk, tussen de veerboten door. Maar met een paar tactische slagen kunnen we heel lang aan de zuidelijke kant van de Blauwe Slenk een heel lange slag maken, tot aan het begin van de Vliestroom. Met nog twee slagen liggen we nu zo dat we helemaal door kunnen steken tot aan de Jacobsruggen. Maar de wind wordt minder en minder en ter hoogte van het Franse Gaatje valt de wind zo goed als weg. We besluiten de motor te starten……maar die weigert dienst.
De startmotor gaat snel genoeg rond om de motor te starten, een dooie accu dus. Geen wind en wel vloedstroom is geen fijne combinatie op de plek waar wij liggen met ondieptes van de Griend in het vooruitzicht. “We moeten de KNRM oproepen” zegt Jeannet. Ik moet eerst even nadenken voordat ik de hulpdiensten ga oproepen. Ik heb nog 2 grote service accu’s aan boord dus als ik er eentje loskoppel en aan de startmotor hang moeten we kunnen starten. Ik bouw de 50kg zware accu uit en til hem naar de achterkajuit waar ik de startaccu al had ontkoppeld.
“Starten maar Jeannet” en met een druk op de knop start de motor. Ik ontkoppel de zware service accu weer en bouw hem terug in op de plek waar ie vandaan kwam. Op de motor varen we nu naar Vlieland en daar zal ik een nieuwe startaccu kopen.
Via een mannetje, waarvan ik van de havenmeester het nummer heb gekregen, koop ik een nieuwe accu van 55Ah en die past net in de accubak. Probleem opgelost.
7 juli; We vertrekken vanuit Vlieland naar Terschelling bij laag water. Na de mooie dagen op Vlieland zijn we het zat en willen naar Terschelling, maar we kunnen dus niet door het Schuitengat want daar staat niet voldoende water voor 1.80 stekende jachten. We varen dus de traditionele route over de West Meep en de Slenk. Veel wind staat er niet en op de West Meep moet de motor bij want de vallen terug naar 2 knopen onder zeil.
Op Terschelling is het nog rustig en we liggen naast een ander schip bijna aan het einde van de steiger. ’s Avonds eten we bij Storm en de Western week is weer begonnen.
12 juli; We maken water! Ik schrik me de kolere, als ik de bekisting van de motor weg haal om een controle rondje te doen. De hele motorruimte staat onder water, een azuurblauw kleurig water met azuurblauw kleurige korrels. Koelvloeistof is het eerste wat door mijn hoofd schiet, een scheur in het motorblok….. Maar de azuurblauw kleurige korrels begrijp ik niet. En dan zie ik opeens een straaltje water, net boven de waterlijn in de boot, uit een gaatje in het kniestuk na de afsluiter pissen. Gelukkig geen koelvloeistof, maar we hebben wel een ernstig probleem! Snel moet ik een oplossing bedenken om dat gaatje te dichten. Met ducktape en 2 tie-wraps krijg ik het gaatje dicht. We halen 70 liter zeewater uit de boot.
Op Terschelling of Vlieland is geen helling waar we de boot uit het water kunnen halen. We moeten dus terug naar het vaste land. “Ik kan Sipke wel even bellen” zegt Jeannet.”Die weet wel waar we terecht kunnen in Harlingen”.
Na overleg met Sipke en de tip niet naar Harlingen te gaan maar in Makkum een helling te zoeken, kom ik bij Sailcentre Makkum uit. We kunnen meteen de volgende dag op de wal terecht als we voor 16:00 uur in Makkum zijn.
13 juli; Met de laatste 4 uur afgaand water vertrekken we richting Makkum en we moeten eigenlijk alles motoren want er is nauwelijks wind. We varen nu wel door het Schuitengat waar we het zeil hijsen, maar veel wind is er niet.
Om 15:00 uur komen we bij Sailcentre Makkum aan. We kunnen in een box afmeren. Als ik uitleg wat er aan de hand is geven ze aan dat ze dan beter de volgende ochtend om 8 uur komen helpen om een nieuwe afsluiter te plaatsen. Het lekt nog niet in de boot; de ducktape houdt dus goed met de 2 tie-wraps.
We gaan ‘s-avonds eten bij Gasterij Hennie Fan Richt in Makkum, maar er is Kermis dus het toetje halen we niet. Wat een tering herrie!
14 juli; Yazz staat om 8:30 op de kant en als de afsluiter er uit is, schrikt de monteur. “Zoiets heb ik in al die 20 jaar dat ik dit werk doe nog nooit gezien! Mag ik deze hebben voor het rariteitenkabinet” vraagt hij mij. “Euh, tuurlijk…” reageer ik een beetje beduusd. De afsluiter is door elektrolyse voor zo’n 80% opgelost. Een wonder dat ie er niet uit is geknald. En het verklaard ook de azuur blauwe korrels; koperoxide.
“Je hebt een veel groter probleem; je hebt ergens een giga lekstroom lopen in je boot, dus moet gaan meten om het op te sporen” zegt de monteur. Het weer is klote vandaag. Een van de twee of drie dagen dat we regen hebben gezien. Een mooie dag dus om door de hele boot te kruipen om een lekstroom te vinden… Waarschijnlijk heeft de ijzeren binnendraad uit de slang tussen de afsluiter en de waterpomp kontakt met elkaar gemaakt waardoor de elektrolyse heeft kunnen plaatsvinden is de voorlopige conclusie.
De nieuwe afsluiter zit er snel in. De dynamo is overleden door mijn actie met het omruilen van de accu. Toen de moro eenmaal liep heeft de dynamo even zonder aangesloten accu gedraaid en daar kan een dynamo kennelijk niet tegen. De monteur probeert te regelen dat er de dynamo gereviseerd wordt, maar de benodigde onderdelen zijn niet aanwezig bij het revisiebedrijf en moeten worden besteld. Ik had op internet al gezocht naar een nieuwe dynamo van 55Ah voor een Yanmar motor en er eentje gevonden in Oudemirdum voor 180 Euro. Die bestel ik dezelfde dag nog en laat die naar Lemmer sturen. We hebben nog 1 1/2 week vakantie en de dynamo geeft een laadstroom af van 12,5 V en kan daarmee net de service accu op 12 V houden, genoeg om te kunnen starten.
De rest van de dag ben ik bezig met meten van lekstromen. Ik meet idd 12,5 volt over de schroefas en de aarde op het motor blok. Mijn eerste gedachte is dat er misschien een stroomdraad open ligt en tegen de roerkoning aan ligt. Dat is het enige deel dat contact maakt met water zo redeneer ik. Dat bleek dus niet het geval te zijn. Geen opengeschavielde stroomdraden te bekennen en alle szit netjes opgebonden en vrij van oook maar iets dan kan schavielen. Zo werk ik systematisch alle subnetten af, maar kan het niet vinden. Ook de elektra schema’s geven mij geen aanwijzing. Alles wat ik in de boot aantref staat ook zo op papier. Netjes dus!
Vanaf dat de accu dood was en ik de dynamo heb gesloopt met het ombouwen etc. heeft er een grote lekstroom gelopen die kennelijk in ongeveer een week tijd de afsluiter heeft opgevreten. Nu stond de afsluiter op de nominatie om te worden vervangen van de winter, maar desalniettemin een zorgelijke situatie!
15 juli; We vertrekken naar Texel. Het is mooi weer maar er staat weinig wind en het tij is ongunstig. Ik besluit om dan maar over het IJsselmeer naar Den Over te varen en hoop daar bij hoogwater aan te komen, zodat we met afgaand tij richting Den Helder kunnen varen. Wind zakt er steeds meer uit en een uur voor Den Oever , 6 mijl, zetten we de motor aan. Twee uur na hoogwater varen de door de Stevinsluis naar het Vissersjagersgaatje.
De wind is NW, dus het is super strak aan de wind varen op het Vissersjagersgaatje, maar we zeilen en hard ook, want er staat 18 knopen wind en we varen zonder rif. Bij het gat van de Stier kunnen we richting de Texelstroom draaien en met stroom tegen kunnen we de haven van Oudeschild bezeilen. Onderweg heb ik bedacht dat als ik het water uit de aanvoerslang blaas er ook geen elektrische verbinding is tussen de nieuwe afsluiter en het motorblok is en dus ook geen elektrolyse! Een veilig en prettig idee.
21 juli; We gaan vandaag terug naar Medemblik, is het plan, om dan de volgende dag, 22 juli weer thuis te zijn. Er staat weinig wind maar het is wederom een prachtige dag. We stoeien onderweg met een nieuwere Dehler 42 en doen aan stuivertje wissel. Totdat de wind pal van voren komt en we zo goed als bij de Stevinsluizen zijn. Als we eenmaal door de sluizen zijn, en dat ging zeer vlot deze keer, blijkt de wind aardig te zijn gedraaid en Medemblik is niet bezeild. We veranderen onze plannen en sturen naar Stavoren. Ook nu weer zakt de wind er geleidelijk helemaal uit en 5 mijl voor Stavoren gaat de motor aan. In de oude haven meren we af naast een platbodem, met alleraardigste mensen uit Heidenskip. We eten bij de Visserman, ik sinds het eerst dat ik met Jeannet ben, mosselen en Jeannet iets anders.
22 juli; Vandaag terug naar Lemmer. Er staat weinig wind maar net genoeg om een beetje te zeilen. Het is weer prachtig weer en om 16:00 uur liggen we weer aan onze eigen steiger voor de deur. De nieuwe dynamo is intussen ook aangekomen, dus die wordt morgen ingebouwd.
23 juli; Vandaag de nieuwe dynamo inbouwen. Met een uurtje sleutelen zit de nieuwe dynamo er in. En wonder boven wonder zijn alle lekstromen opgelost. Kennelijk zat er een interne kortsluiting of kapotte diodes/regulateur in de oude dynamo waardoor er een lekstroom kon lopen. Eind goed al goed.