Na het onderhoud op 1 mei is er niet meer gezeild, omdat het weer het liet afweten. Maar nu zijn de vooruitzichten redelijk; bewolkt met een beetje zon op zaterdag en geheel bewolkt op zondag, met temperaturen rond de 12-13 graden en een Noordelijke wind 4-5Bft.
Zaterdag ziet de wereld er toch weer anders uit. Het is prachtig weer, met hier en daar een mooie witte bloemkool wolk, het is fris en er staat een aardig windje. De genaker had wat schade opgelopen tijdens de tocht naar Helgoland, dus die is naar de zeilmaker gebracht voor reparatie. Die moest dus eerst worden opgehaald.
Maar rond 12 uur varen we richting de sluis, die net aan het invaren is. Meeschutten gaat niet lukken volgens de sluiswachter, dus er zit niets anders op dan aan het remmingwerk de volgende schutting af te wachten. Het is niet druk, of niet meer druk; dat kan ook het geval zijn.
Een uur later varen de sluis uit en bij de boei na de KL 8 draait Jeannet de kop in de wind zodat we het grootzeil kunnen hijsen. Na ons varen er nog een drietal zeiljachten de sluis uit. Snel als altijd staat het zeil en kan de motor weer uit. We kunnen zo’n beetje halve wind naar Enkhuizen en dat wordt later zelfs een beetje bakstag.
Er valt weinig te jagen, want andere schepen zijn er nauwelijks en wat er wel is heeft moeite met snelheid in het schip te krijgen.
Intussen trekt de wind aardig aan, 17-19 knopen en in vlagen 22. Een uurtje voor Enkhuizen staat er gewoon een dikke 6 met vlagen tot 7 Bft. We vliegen over het water met 8-9 knopen en uitschieters van 10. Wat een prachtig zeilweer op deze koers.
Als we zo’n beetje het Krabbersgat aan lopen halen we de fok weg. Maar ik besluit om niet op open water het grootzeil te strijken, maar het Krabbersgat in te varen om de toch wel behoorlijke zeegang op het IJsselmeer kwijt te zijn. Voor ons doemt een klein motorbootje op en we zien iemand achterop de vissen voeren. Omdat het niet duidelijk is of het scheepje in het roerige water in problemen verkeert sturen we strak langszij. Maar daar zie ik de schipper met de duim omhoog achter het stuurwiel zitten. Het is dus zijn maat die de vissen voert. Wij zeilen verder het Krabbersgat in tot bijna aan de sluis om het grootzeil te strijken. Daarna varen we terug naar de Compagnieshaven. We krijgen een plek aan Mike 3. De sterke Noordelijke wind staat behoorlijk dwars op het schip maar zonder problemen meren we, na 2,5 uur, af met behulp van de middenspring. Na een verdiende Magnum doen we even een rondje Enkhuizen en daarna maken we een verse pizza in de oven. We zijn rozig van de koude wind en de zon en om 22:15 gaan we pitten.
Omdat we om 16:00 een verjaardag te vieren hebben van Heit, hij wordt 90 jaar!, moeten we op tijd thuis zijn dus het ligt in de planning om om 10:00 uur te vertrekken. Dat wordt uiteindelijk 10:15. Het is wederom zonnig en de wind is naar het Noorden – NNW gekrompen en het waait nog aardig door. We trekken een rif uit voor zorg en zodra de zeilen staan blijkt dat een juiste keuze was.
Het is wederom halve wind terug naar Lemmer, maar nu hebben we de golven niet meer mee, maar schuin tegen. We lopen merendeels boven de 7 knopen bij 17-20 knopen wind. Ook nu zijn we in 2 uur en 3 kwartier terug in Lemmer en sluis kunnen we zo invaren. OM 14:00 uur light de boot afgetuigd en wel weer voor de deur.