Voor het weekend is mooi weer voorspeld, volgens de berichten van zaterdag. Om 11:00 uur varen we uit en we kunnen direct mee de sluis in. Een grote duwbak met een sleepboot erachter, 3 zeiljachten en een motorboot liggen er in de sluis. Schutten gaat vandaag dus vlot. Als we de sluis uitvaren draaien we richting het Jachtengaatje en hijsen de zeilen om vervolgens in een streep naar Hoorn te zeilen.
Het water is vlak, de wind NO, 4 Bft en de zon schijnt. Maar het is op het water nog steeds behoorlijk fris.
In de sluis lagen een nieuw type Bavaria 37 en een wat oudere Bavaria 36 en die waren rap de sluis uit en onder zeil. We liggen dus een eind achter als we onder zeil zijn, maat zet tevens weer een doel voor onder weg.
Halverwege zijn we de nieuwe Bavaria voorbijgelopen. Het Duitse echtpaar op de ouder Bavaria zeilen alsof de duivel ze op de hielen….maar zachtjes lopen we in. Als we het Hoornse Hop op varen zit er misschien nog 150-200 meter tussen ons en de afstand wordt kleiner en kleiner. Maar dan ligt de haveningang voor ons en moeten we de zeilen strijken. De afstand tussen beide schepen in kleiner dan 50 meter. Maar we hebben ze niet ingehaald…balen. Het Duitse echtpaar ligt twee boxen verder en de schipper geniet zichtbaar van zijn triomf..en kan ie sterke verhalen tegen z’n vrienden vertellen.
Maar kijk naar het filmpje; als we nog een 1/2 uurtje door hadden kunnen varen dan hadden we er overheen gelopen….:-)
In de jachthaven van de watersportvereniging liggen we direct aan de steiger voor het havengebouw. Zo dichtbij hebben we nog niet eerder gelegen. Omdat de wind best fris is besluiten we na een beetje heen en weer draaien, om de boot andersom te leggen, met de kont naar de steiger. Dat gaat best redelijk eigenlijk.
Nu kunnen we uit de wind van een biertje, een borrelnootje en het bootje genieten met uitzicht op de toren van Hoorn.
Daarna maken we even een wandeling door Hoorn en eten weer heerlijk aan boord.
De volgende dag is het weer een stuk minder en niet conform wat ze hadden voorspeld op zaterdag. Maar als we om 11:00 uur uitvaren klaart het alras op en schijnt de zon weer. De wind echter komt niet veel verder dan een 4-6 kts (2 Bft). We besluiten om de gennaker maar eens te hijsen. Daarmee lopen we dan toch tussen de 4 en 5 kts. Voor ons vaart een Dufour 40 aan lij.
We lopen rap in en de Dufour begint nu te loeven, waardoor wij mee moeten. Met een gennaker kan je niet hoog aan de wind, maar we worden gedwongen 35º te sturen. We lopen toch over ‘m heen en zodra we voorbij mast dwars zijn begint de schipper van de Dufour te miepen (toen wij nog vriendelijk zwaaiden stak ie zijn hand niet op of neer en keek ons recht in de ogen…). Ik vertelde hem dat wij technisch gezien met onze mast voor zijn mast lagen en daarmee aangevende dat wij recht van vrije doorvaart hebben. Ik val dan ook hard af om de gennaker weer enigszins gevuld te krijgen en denk “Dufour loop naar je moer”….
Jeannet is altijd weer verbaasd hoe je op zulk groot water telkens weer op de mm2 elkaar in de haren zit. Zeilers zijn nu eenmaal een raar volkje….. En ik moet toegeven; ik hanteer de regels en pas goed zeemanschap toe, maar niemand krijgt iets cadeau…..
Na een kleine 2 uur zeilen zakt de wind er helemaal uit en gaan we het laatste uur verder op de motor. Ook nu kunnen we vlot schutten en meren tegen drie uur af in de box en drinken nog even een borrel met Erik en Tanja van de Mrs. Hemmingway.