We hebben een wat onrustige nacht achter de rug. Als je op het water slaapt hoor je veel nieuwe geluiden waar je aan moet wennen. Sommige geluiden zullen nooit wennen, zoals het klapperen van een val tegen de mast, en de schipper vervloek je de rest van de nacht. Totdat ikzelf de schipper bleek te zijn en dus de eigenaar van die vermaledijde spinnakerval die tegen de mast stond te klapperen. Gekleed in slechts mijn slaapbroek zet ik de val zodanig vast dat we deze niet meer zullen horen…
Na een eenvoudige douchepartij in de jachthaven van Katwoude en ons eerste ontbijtje aan boord, zijn we klaar om te vertrekken. Het is 11:30 uur
Lil op het voordek en ik in de kuip. De motor slaat direct aan en ik loop mijn checklist in mijn hoofd af. Lijtrossen voor los, Lil aan de loeftros. Loeftros achter los, boot in zijn achteruit en zachtjes achterwaarts de box uit.
Zachtjes draait de kont naar stuurboord. Het schip komt tot stilstand en ik geef wat meer gas, waardoor de kont nog meer naar stuurboord draait, maar geen centimeter meer naar achter wil.
Lil roept met grote ogen dat ik voorzichtig moet zijn. Ik ben het met haar eens maar het schip wil voor geen meter meer naar achteren. Ik geef meer gas……Lil roept nu harder dat ik toch vooral op moet passen en duwt in alle macht het naast ons afgemeerde schip af…
Ik begrijp er niets van…vastlopen in een box lijkt me uitgesloten….maar ik wil maar niet begrijpen waarom we niet meer achteruit kunnen.
Dan hoor ik boven het lawaai van de motor uit “je moet je landvasten losgooien….” de rest wil ik niet horen. Met schaamrood op mijn wangen zie ik dat mijn achterste stuurboord tros nog om de bolder zit. De tros die ik zou losgooien…
Laten we het op een beginnersfoutje houden, het is tenslotte al meer dan 20 jaar geleden dat ik nog met een jacht op het IJsselmeer heb gevaren….
Na alle consternatie, de Wink lag al ruim 20 minuten in de vaargeul op ons te wachten, varen de we dan toch wel degelijk de jachthaven uit en richting de slpitsingston GZ17-MO2.
De wind komt uit zuidelijke-westelijke richting en is vrij krachtig (5 Bft) dus we zeilen over bakboord op alleen het grootzeil richting de splitsingston. Daar kunnen we twee dingen doen; gijpen of 270 graden over stag. Om het Lil, het is tenslotte haar eerste zeiltocht, niet te moeilijk te maken besluit ik een gecontroleerde gijp te maken. Van stuurboord nadert ons een passagiersschip en ik moet opeens snel handelen.
Staand acher het stuurwiel, pak ik de grootschoot en trek hem rustig naar stuurboord. De klap komt toch nog hard aan en de schoot glipt uit mijn hand en achter het stuurwiel langs. Hierdoor loopt de schoot vast. Uit alle macht probeer ik de schoot achter het stuurwielhuis vandaan te krijgen, maar draai daarbij ook aan het stuurwiel. We draaien nu nog harder door, bijna richting van waar we vandaan kwamen. Aan boord van het passagiersschip staan mensen over de reling mijn gestuntel te aanschouwen. Niet aan denken en de boot weer op koers krijgen.
Gelukt!! en met de wind pal achter en alleen het grootzeil op halen we toch ruim 6 knopen en blijven het passagiersschip voor. De rust keert terug.
Voorbij de MN1-GZ2 zetten we koers naar Enkhuizen, kompaskoers 30 met wind in de rug.
Het schip loopt voor de wind en de golven uit en we varen een beetje een slingerende koers. Maar het is mooi weer en op deze koers ideaal voor ons om te wennen.
Bij Enkhuizen moeten we de sluis door en het aquaduct over. Ruim op tijd voor de sluis draaien we het schip in de wind en strijken we de zeilen. Op de motor sturen we richting de Wink die al op lag te wachten.
Aanmeren. Gelukkig is het niet druk en kunnen we ons wel een foutje permitteren. Natuurlijk maken we die en we liggen bijna dwars in de sluis. Anton en Nienke zijn er gelukkig om onze trossen aan te nemen (te vangen) en trekken ons recht langs de kade.
Op de motor varen we sluis uit het aquaduct door en sturen richting de oude binnenhaven van Enkhuizen. Nienke heeft de havenmeester via de marifoon al opgeroepen en hij opent de brug voor ons.
We varen helemaal door naar achter tot vlak onder de brug in Enkhuizen. Achterste voren meert Anton af. Nu is het mijn beurt. Ik stuur het schip achteruit alsof ik nooit anders heb gedaan. Snel meren we af naast Anton en Nienke. Ik begin me al een echte schipper te voelen.