Vandaag maken we onze laatste zeiltocht van het seizoen. Er waait een matige noordelijke wind (3Bft), het is koud en vooral uitgestorven. Onder onze zeilpakken dragen we meerdere lagen kleding en Lil draagt een muts om haar hoofd warm te houden. Ik doe het voorlopig nog zonder.
De lucht is wederom egaal grijs maar het is heerlijk om het water te zitten. In de jachthaven liggen de meeste schepen al op de wal of worden op de wal gehesen. Wij zijn blij dat we deze dag nog mee kunnen pakken.
Ook nu zetten we weer koers naar Urk, een tochtje heen en weer waar we een uurtje of vier zoet mee kunnen zijn. De leegte van het IJsselmeer maakt dat je je weer alleen op de wereld waart. Zachtjes droom ik weg naar verre reizen waar warme passaatwinden langs hagelwitte stranden waaien en de boeg door kristalheldere wateren klieft….
Ruw wordt mijn droom verstoord door zwaar motor geronk. Automatisch tuur ik naar oplopende binnenvaartschepen, maar al snel realiseer ik me dat het geluid van boven komt. Dan roept Lil “hij is aan het stunten” en ze wijst naar een gele vlek met een oranje punt dat zich in de meest ijzingwekkende bochten en curves wringt boven de rand van lucht en water en ogenschijnlijk tussen de bladen van de windmolens door.
Ik stel me voor dat hij ons ook ziet en zich voorstelt dat wij hem ook zien. Het lijkt of hij speciaal voor ons zijn acrobatische kunsten vertoond. Dan sluiten zich nog twee, van het zelfde type, vliegtuigjes aan en er ontvouwd zich een boeiend spektakel.
Na een minuut of tien richt mijn blik zich toch weer op de zeiltrim en we zeilen weer in het hier en nu op een koud en klam IJsselmeer. Ik ben blij dat ik in de kuip zit en niet hoog in een cockpit. Groen kleurt slecht bij geel en oranje; op het water houdt ik het langer vol dan in de lucht met zo’n stuntpiloot.
We varen ver door tot onder de dijk van de Ketelbrug naar Urk. Ik probeer met Lil argumenten te vinden om vooral op een verlaten zondagmiddag als vandaag Urk binnen te lopen. Hoe goed we ons best ook doen, we vinden er geen en besluiten overstag te gaan en weer richting thuishaven te sturen.
We genieten van de rust om ons heen en hebben toch nog weer een lekker dagje zeilen meegepikt.
Terug in de haven meren we de Yazz af in de winterbox en laten we de zeilen nog even drogen, want de GenuaII heeft toch nog wat buiswater opgevangen. Intussen ruimen we de kajuit uit met spullen die in ieder geval mee naar huis gaan.
De schepen die in het water overwinteren worden zoveel mogelijk tegen de hoofdsteiger aangemeerd. Wij leggen de Yazz vast met vier trossen en twee middenspringen en met de kop op het zuidwesten.
Het zeilseizoen is afgelopen.