Voor de eerste keer dit jaar (en waarschijnlijk sinds vorig jaar) gaan we op weg naar Hindeloopen in een soort van verschoven weekend. Want afgelopen zaterdag heb ik meegevaren op de Boudragon, de vrougere Silk Cut, een VO60 van Holland Ocean Racing.
Het weer is prachtig maar de wind is wat aan de magere kant en komt uit NO richting. Dat betekent in ieder geval dat we moeten afkruisen richting het Vrouwenzand.
Er is genoeg wind om geen vliegen te hebben, maar eigelijk te weinig om echt gang te maken, dus de genaker komt er nog bij te pas.
Als we het Vrouwenzand rond zijn, moeten we scherp aan de wind op Hindeloopen sturen en dus gaat de genaker er weer af. Aan lei vaart een Bavaria 38 met een grote genua met ons mee. We hebben moeite om on-par te blijven. Dus gaan we hoger sturen, een hoogte die de Bavaria niet kan houden. We sturen eigenlijk een betere VMG, dus verwachten we eerder in Hindeloopen te zijn dan zij.
Als wij de op aanloopton (nou ja de twee volgende groene tonnen eigenlijk) aan sturen heet de Bav net zijn zeilen, ver van ons vandaan en een stuk lager, gestreken. We zijn dus idd. sneller geweest, door hoger te sturen.
In Hindeloopen is het een stuk drukker dan we hadden verwacht. Er zijn nog 2 plekken aan de steiger in de oude haven en net als we de laatste spring vast zetten komt er een groot huur motorjacht met 6 Duitsers aan boord. Voorop een lijn met wel 50 lege bierblikjes gespannen. DE havenmeester dirigeert ze direct naast ons op de laatste plek. De havenmeester is een invaller. Normaliter leg je geen 20 ton stalen schip (45 ft) naast een kleiner plastic bootje. Maar dat doet deze wel.
De Duitser die zich als kapitein opwerpt, maakt een grapje ( …. ) dat ze het IJsselmeer opdrijven. Ik zeg, gebruik makend van het moment, dat dit zeker gaat gebeuren als ze teveel lawaai maken. Met een smile op mijn gezicht. Maar de kapitein begrijpt de boodschap. Jeannet klaagt net hard genoeg over het feit dat die kerels ongelooflijk naar zweet stinken. Prompt vertrekken ze naar de douce ruimtes.
Naast on ligt een 10.30m vanWijk sloep. Zij is een Amsterdamse die jong met haar ouders naar Friesland is verhuist en is getrouwd met een Groninger. Hij is dus de Groninger. Ze horen wel dat ik uit Amsterdam kom en ik vertel dat ik voor een kwart Groninger ben. Dat ijs is dus snel gebroken en we hebben nog even een leuk praatje, onder het genot van ieder zijn eigen borrel. Ook qua ideeën blijken we goed aan te sluiten :-).
‘s-Avonds gaan we eten bij Ame Gijs. Ons vaste restaurant als we in Hindeloopen zijn. Heerlijk eten kan je daar en de bediening is allervriendelijkst. We horen hun verhaal met plaatsvervangende schaamte aan, over de Corona periode en staan verbaasd over het schofterige gedrag van bezoekers. Gelukkig zijn er ook een hoop bezoekers die wel met respect met mensen kunnen omgaan. Het zijn altijd die etterbakken die ook nog op social media hun gram willen halen. Het wordt tijd dat we bezoekers ook gaan beoordelen als ze ergens in de horeca als gast komen denk ik dan…
Omdat we met de kop naar de steiger liggen (dus haaks op de steiger) had ik de ballonfender onder het anker gehangen zodat we zodoende zacht met de boeg tegen de steiger zouden liggen. Dat werkt maar het kraakt als de neten, blijkt als we in bed liggen. Dus in het donker met een hoofdlamp op verwisselen we de ballonfender door een gewone fender met een sok. Het kraken is gestopt; we kunnen rustig slapen. Van de Duitser hebben totaal geen last gehad.
Maar bij het uitvaren van de Duitser is het eerste dat gebeurd als ze los zijn, de Duitse slagers keihard aan. Ofwel een dikke middelvinger, of ze halen in wat ze de avond daarvoor gemist hebben. Es macht mir nichts 🙂
Puntje van aandacht is wel dat er nul wind staat en dat we dus op de motor naar huis moeten. Om de hoeveelheid vliegen te ontlopen, die met dit type weer in grote getalen verwachten, besluiten we om bij Staveren binnendoor naar Lemmer te varen.
Als we bij de Galamadammen arriveren, meren even af om te lunchen en gaan daarna door via Heeg en Spannenburg naar huis.