Mooi weer en geen wind. Erger kan je een zeiler niet tergen. Rond een uur of drie varen we toch uit; we moeten het water op. De wind denken we er wel bij. En dat is nodig ook want met nog geen 2 knopen SOG zullen we vandaag de Houtrib niet meer afkomen; zelfs de vindvaan raakt in de war.
We zetten de motor aan en strijken de zeilen en varen tot onder de dijk halverwege de Trintelhaven. Daar gaat het anker uit om te genieten van de zon, de rust en het spiegelgladde water.
Later benemen wolken flarden de stralen die ons warmen, om later bij een naderende zonsondergang het water in goud te veranderen.
Als ik naar de Enkhuizerdijk kijk zie ik de zon achter de dijk in het water spiegelen. Een gouden rand op de donkere rand van de dijk.
Ik vraag me af wat ik zie; het water kan het niet zijn…. of toch?
Wie het weet mag het zeggen…