Digitaal logboek van de reizen van de Yazz.
Digitaal logboek van de reizen van de Yazz.

20 juli; retour Makkum

Omdat we nog stroom mee naar Harlingen en Kornwerderzand willen hebben, moeten we om 7:30 varen. De haven ligt ramvol, dus hebben we met de “buren” afgesproken dat we om 7:00 uur beginnen met verleggen. Wij liggen nl als eerste aan de wal met 3 schepen naast ons. En zo ligt de hele steiger van voor tot achter vol; 4 rijen dik.

Het waait ook aardig 5 Bft, dus er zal wel wat wegwaaien hier en daar. En het 2de schip dat bij ons langszij ligt heeft een motorstoring en moet via de landvasten versleept worden naar achteren.

’s Nachts is er nog een Belgisch schip binnengekomen en heeft de uitgang dusdanig versperd dat het 4m brede schip er niet tussendoor kan, ondanks zijn duwwerk. Dat levert natuurlijk een scheldkanonade op van de Nederlandse schipper die als stootwil fungeerd. De Belg is niet zo snel van begrip, maar als er wat dreigementen over kielhalen worden geuit begrijpt hij wat er van hem wordt verlangd. Wegwezen dus. We treffen ze later op het Wad zeilend in een pyjama aan.

Wij kunnen makkelijk op de springen uit onze benauwde positie komen en varen zonder problemen de haven uit op weg naar Harlingen het is dan 07:45. We hebben nog 2 uur en een kwartier stroom mee, behalve op de West-Meep. Daar staat ie 2 knopen tegen.

Door het Schuitegat durven we niet omdat we niet weten hoe diep het bij laagwater is. Nu weet ik dat er in juli 2016 bij laagwater Terschelling 2m staat. Het had wel gekund dus.

Met een rif varen we op de motor door de Slenk. Zodra we de West-Meep opdraaien kunnen we zeilen. Op het moment dat we de Vliestroom, via het Pannegat invaren, moeten we opkruisen.

Een leuk spelletje sparren met een X-40, maar halverwege de Blauwe Slenk loopt hij over ons heen. En door wat ongunstige passages met veerboten raken we verder achterop. Als wij uiteindelijk beginnen om op de motor de Pollendam af te varen zien we de x-40 de Boontjes opdraaien en heeft hij zijn rif er uitgehaald.

Als wij de Boontjes opdraaien laten we het rif staan. De wind vlaagt behoorlijk en met rif lopen we nog steeds maximale snelheid. Het wordt een leuk robbertje stoeien met de boten voor ons. Alleen een Belgische Hanse 39 met vol grootzeil en genua moeten we laten passeren. De rest passeren wij.

Toch wordt het nog spannend om de laatste rode ton te halen. De wind is wat geruimd en speelt ons nu parten. Met wat knijpen lijkt het te gaan lukken, als we worden ingehaald door een witte tjalk op de fok en de motor. Dat ontneemt ons de wind uit de zeilen, waardoor ik bijna de boei mis. Ruimte voor binnendoor prikken is er nu niet, maar het lukt net aan en we varen nu iets ruimer op Kornwerderzand af.

Voor de brug is het wat heen en weer gedraai voordat we door kunnen. Voor de sluis moeten we langer wachten en we liggen met een lijn aan de 3de dukdalf met de kop in de wind, waar we ook de x-40 weer tegenkomen.

Er moeten aardig wat boten door de kleine sluis en dat gaat nooit lukken in 1x. Een ander grote witte tjalk ligt aan het remmingwerk. Dan schiet de eerste witte tjalk voorbij en gaat achter de 2de liggen om zijn plek in de sluis te claimen (denkt ie).

Als het licht op groen gaat ontstaat er een wedloop. De 1ste witte tjalk kan moeilijk manouvreren, terwijl de 2de naar binnen vaart. Aan de 2de dukdalf lag een groot en breed jacht die zich ook naar binnen wil forceren, maar door de 1ste tjalk wordt belemmerd. Een scheldkannonade…. en wij varen er mooi achterlangs en pikken de laatste plek in, net achter het grote brede jacht dat zich voor de 2de tjalk heeft weten te manouvreren. Dan is de sluis vol. Alle andere jachten moeten wachten.

De brutaalste hebben een plek, de etiquette heeft verloren.

Dit systeem werkt voor geen meter en het zou beter zijn als er een meldplicht zou komen en de sluiswachter op volgorde de schepen naar binnen kan dirigeren.

Als we naar buiten varen , varen we linea recta Makkum binnen en meren weer af in Marina Makkum.